Ochtendrood
Door: Linda
Blijf op de hoogte en volg Mama
25 September 2011 | Indonesië, Kalibaru
Het was compleet donker maar toch al vrij druk op de weg. Zelfs hier is er sprake van een 24 uurs economie; overdag werken de boeren op het land en tussen twee uur (s-nachts) en elf uur in de ochtend op de markt. Ook de transportsector was actief en er was een vrachtwagen die een van de zeldzame tweebaanswegen (gelukkig de andere kant op) geblokkeerd. Na ongeveer twee uur kwamen we in een dorpje, eigenlijk meer een verzameling huizen, waar een man met een lichtje aan het seinen was dat we daar moesten zijn. We werden overvallen door het ontbreken van licht en de enorme sterrenhemel van het zuidelijk halfrond. Helaas vond het fototoestel het niet interessant genoeg dit vast te leggen... Na deze poging mochten we achterin een jeep stappen voor de tour door het donker richting de Bromovulkaan. Vanaf de rand van het Tenggrisgebeegte, een oervulkaan, was het een klein stukje lopen langs de rij jeeps die hier al stonden op zoek naar een mooi plekje. Vanaf deze hoogte was de sterrenhemel nog duidelijk en konden we de volledige maan zien en niet alleen de sikkel, ik mocht zelfs getuige zijn van twee vallende sterren. Tegen half vijf (een uur voor de verwachte zonsopgang) vormde er een rode gloed langs een bergrug in de verte. Langzaamaan werd het ook steeds lichter zodat we konden zien hoeveel honderden mensen zich hier hadden verzameld, zowel toeristen als Hindoes voor wie dit een heilig iets was. Achter ons werden langzaam de drie overgebleven kraters zichtbaar, waarvan de Bromo in het midden van een enorme woestijn. Helemaal links was er nog een krater die actief bezig was gaswolken uit te stoten. Om de vijf minuten hebben we fotos gemaakt van dit schouwspel tot na een klein uurtje de zon eindelijk zichtbaar werd. Het was erg mooi om te zien maar met 5 graden erg fris! Gelukkig klom de zon snel omhoog zodat het warmer werd en we met de jeep verder konden toen alle jeeps achter ons ook weg waren.
We reden terug naar het dorpje om hier bij de kruising linksaf de woestijn in. Langs wat ooit miljoenen jaren geleden een kraterwand was geweest reden we naar beneden, tussen de afgebrande bomen door die sinds de uitbarstingen in november 2010 en februari 2011 nog met een laagje grijse as waren bedekt. Deze as creeerde ook het zeer fijne lavazand op de bodem van deze woestijn. We lieten een stofwolk achter terwijl we naar de pleisterplaats reden met toilet (eindelijk...) en een aantal geimproviseerde kraampjes met gebakken banaan, pop-mie (vergelijkbaar met noodles) en warme dranken. Na in de rij te hebben gestaan voor het toilet was Ruben al voorzien van koffie en was hij aan het wachten op de mie. Om ons heen was een levendige handel ontstaan in tochtjes met het paard de vulkaankrater op, t-shirts en mondkapjes tegen de stof. Wij kozen ervoor om het aangename met het vertier te combineren en voor de tocht per paard naar boven te kiezen. Voor Ruben waren echter de stijgbeugels net te kort zodat het voor hem een hobbelritje werd, voor mij was het even wennen maar daarna goed te doen op het stukje door de door magmastromen gecreeerde greppel na. Bijna boven hoefden we alleen nog de lange trap te beklimmen die door de aanwezigheid van het stof zeer zwaar was, dit gecombineerd met toeristen die halverwege omdraaien om een foto te maken zorgde voor een file. De klim was echter goed te doen en eenmaal boven werden we overweldigd door het grote gapende gat dat voor ons lag. Helaas was het hier erg druk en smal, waardoor mensen gingen duwen om te mogen passeren wat erg gevaarlijk was vanwege het nog niet heropgebouwde plateau. Daarom bleven we ook niet lang en gingen we na wat fotos weer naar beneden. Dit ging gelukkig een stuk beter, mits we niet gehinderd werden door mensen die het te langzaam vonden gaan en aan de andere kant van het hek door de as naar beneden liepen en grote stofwolken achterlieten. De rest van de wandeling naar beneden was ook goed te doen (hadden we toch maar zo'n mondkapje gekocht...). Het laatste stuk liepen we even langs de hindoetempel die hier was aangelegd om de berggoden gunstig te stemmen. Bij de pleisterplaats stond de jeep al klaar om ons terug naar de auto te brengen. Nu konden we pas goed zien wat de gevolgen zijn van deze asregen op de omgeving. Met name de landbouw van prei en kool had het hier moeilijk mee, in tegenstelling wat ons altijd geleerd is over de vruchtbaarheid van as.
Terug bij de jeep stond de chauffeur al klaar met het packed breakfest. We volgden de gids naar een huis waar we in het kantoortje koffie en thee kregen en vers fruit. Echt trek hadden we niet zodat we al tegen negen uur de weg konden vervolgen naar Kalibaru en in de auto konden wegsnoezen. Voor ons gevoel hadden we er al bijna een hele dag opzitten.
Tegen elf uur kwamen we bij het restaurant waar we konden lunchen, dit vonden we echter vrij vroeg dus reden we door. Rond half een kwamen we bij een recreatiepark met eetgelegenheid, ondertussen hadden we wel trek gekregen dus daar waren we wel blij mee. Vlak voordat we hier aankwamen werd de weg weer vrij jungle-achtig en zeer bochtig langs de heuvels zoals we in Sumatra gewend waren. Met dat verschil dat er in plaats van eettentjes bedelaars langs de weg stonden om een maaltijd bij elkaar te sprokkelen.
Bij de recreatieplek zaten we midden tussen de dagjesmensen uit de omgeving die hier komen voor een wandeling, paardrijtochtje en ander vermaak zoals stelten en skis. Na het bestellen kwamen de medewerkers allemaal even gedag zeggen, buitenlanders zagen ze hier niet zoveel. De zangeres die bezig was werd zelfs onderbroken voor een paar engelstalige liedjes speciaal voor ons. Eindigend met een liedje gezongen door de chauffeur. Gelukkig kwam Harry ons op een gegeven moment redden van al deze aandacht en konden we vertrekken. Ruben wou echter ook nog even de flying fox uitproberen.
Het laatste stuk was nog een klein half uurtje bergafwaarts. In het dorpje waren twee hotels gebouwd, speciaal voor reizigers vanaf de Bromo op weg naar Bali. Wij werden naar de luxe variant gebracht aan de rand van de stad midden tussen de plantages met uitzicht op de bergen.
Na het stof van de Bromo van ons af te hebben gedoucht lieten we het zwembad voor wat het was en maakten we een korte wandeling buiten het terrein. Natuurlijk lokte dit ook de nodige reacties op,een souvenir later was de zon achter de wolken verdwenen waardoor de terugweg een stuk aangenamer was. Terug bleken we toch wel erg moe te zijn dus hebben we even geslapen tot we konden dineren en weer verder slapen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley