Parijs en koffie
Door: Linda
Blijf op de hoogte en volg Mama
18 Februari 2010 | Honduras, Copán
Vandaag was er een ochtend en middagexcursie en kon je zelf kiezen wat je wou doen. Om tien voor half acht hadden we afgesproken bij de receptie zodat iedereen die wou (en dat gister had doorgegeven) mee ontbijten. Er waren er meer die slecht hadden geslapen omdat het zo koud was geweest en de lakens zo dun, maar de bewaker kon 's-nachts niet bij de dekens. We gingen naar Vamos a Ver; dit was vroeger van Nederlanders geweest werd tegenwoordig door lokale mensen gerund. De andere Nederlandse groep zat hier ook. We zaten lekker buiten op een patio, terwijl het stiekem best fris was (en dat met trui aan).
Vervolgens liepen we terug naar het hotel waar we even vijf minuten hadden om dikkere kleding aan te trekken waarna iedereen die daar zin in had mee kon lopen naar de ruines van de mayastad Copan. Dit was eigenlijk gewoon een kilometer lang de weg volgen die voor het hotel het dorp uitliep. Er was een mooi wandelpad aangelegd en we kwamen onderweg al een aantal steles (gebeeldhouwwerkte pilaren net levensgrote afbeeldingen van koningen en hierogliefen in hoog relief) en altaartafels tegen waar Copan bekend mee is geworden.
Vanwege het hoge aantal hierogliefen is ook veel van de historie hier bekend gebleven en wordt de stad geroemd als het Parijs van de mayas . Nadat iedereen kaartjes had gekocht; prijzen zijn hier in Amerikaanse dollars en zelfs voor Europese maatstaven prijzig gingen we in groepjes op stap. Marcel en Andre liepen met mij mee, en ik mocht hun aan de hand van mijn boek, eerdere ervaringen en aanvullende fantasie gidsen. Wat best leuk is, omdat je je dan beter kan inbeelden hoe het er 1200 jaar geleden aan toe moet zijn gegaan. Het laatste bericht dateert namelijk uit 812. Eerst moesten we een flink stuk wandelen en hadden we al snel wilde papegaaien gespot in de meest schitterende felle kleuren. Hier in de buurt zou ook een berg zijn waar ze veel voorkomen. Vervolgens gingen we naar binnen en moesten we bij de entree onze naam opschrijven. We begonnen op de Grote Plaza waar vroeger het gewone volk mocht komen en er markt was, verschillende steles stonden en de koningen en priesters aanschouwd konden worden. Het balspeelveld was hier ook bijzonder omdat men niet met twee ringen werkte maar zes papegasien (voor de mayas symbool van de zonnegod en macht, dus van de koninklijke familie). Vervolgens zijn we lekker gaan dwalen langs de tempels tot we uitkwamen bij wat vroeger de koninklijke residentie moet zijn geweest; een verzameling van 25 paleizen waar de steeds groter wordende koninklijke familie woonde die waarschijnlijk voor de ondergang van Copan heeft gezorgd. Je mocht hier ook de ruines beklommen, dus hebben we de acropolis beklommen (een heuvel met meerdere tempelcomplexen die alleen voor priesters en koninklijken toegankelijk waren. Het was hier goed in te beelden hoe de archeologen alles moeten hebben gevonden; veel was nog overwoekerd en de stenen waren in tegenstelling tot Chitzen Itza (gelukkig) niet compleet nagebouwd. Vanaf het koninklijk paleis had je een mooi uitzicht op de pleinen en tot slot hebben we de trap der hierogliefen bewonderd (het langste beeldverhaal van Amerika), helaas was er een doek overheen gespannen maar de trap was erg gaaf. Via een bospad zijn we vervolgens terug gelopen waar we nog meer papegaaien, spechten, eekhoorntjes en dieren die we niet kenden tegenkwamen (volgens anderen zouden het marmotten zijn geweest). Hier hebben we nog even wat gedronken waarna de mannen terug gingen naar het dorp en ik het museum wou zien.
De entree van het museum was een gigantische mond van de god van de onderwereld Xibalba, vervolgens loop je door een lange gang diep de aarde in; gelijkend op de gangen die de archeologen in de pyramides hebben gegraven. Het eerste wat je ziet als je binnenkomt is een gigantische rode tempel; deze vonden ze precies in deze kleuren in een andere tempel. Het museum bestond uit twee verdiepingen; waarvan de begrane grond gewijd was aan de onderwereld en op de eerste verdieping waren een aantal gevels van tempels waren nagebouwd. Op zich wel mooi, maar op een site komen ze toch beter tot hun recht en de uitleg was helaas alleen in het Spaans dus was het soms gissen naar wat er stond. In een half uurtje had je het wel gezien dus liep ik terug naar het hotel, waarbij je een goed uitzicht had op het dorpje en de verschillen tussen het rijkere centrum en de boerderijtjes aan de rand.
In het hotel voelde Laura al een stuk beter dus ging ze mee lunchen nadat de spullen waren gepakt. Het mag dan misschien vakantie heten, maar ondertussen is het best vrij druk en ben je blij als je even niets hoeft tijdens de busritten. Ligt er natuurlijk ook aan, wat je allemaal wilt doen. We gingen weer gezellig naar Via Via waar Laura weer een paar hapjes soep op had. De italiaanse spaghetti bolognese was echter precies echter door een Belg gemaakt, op een manier die je ook in Nederland kan vinden met Amerikaanse porties en werd natuurlijk gegeten met Chinese eetstokjes op een bord dat gemaakt was in Brazilie (hoezo internationalisering). We hadden ook nog even tijd om bij te pinnen (de excursies hier zijn extreem duur), naar het postkantoor te gaan en het souvenirwinkeltje door te wandelen. We hoorden ook dat het ruim een uur rijden was voor de middagexcursie over bochtige bergweggetjes dus besloot Laura toch niet mee te gaan.
Nadat we met zijn achten in een auto waren gepropt en helemaal klem zaten begonnen we aan een zeventig minuten durende autorally over een onverharde weg, over watervalletjes heen en modder die door de regen waren ontstaan. Het was op zich een best mooie tocht omdat het hier veel groener was en je een goed beeld kreeg van hoe armoedig het grootste deel van de bevolking van Honduras is. Het was opvallend dat in het 'dorpje' wasr de warmwaterbronnen zich bevonden er iets meer stenen huisjes waren; de rest was allemaal zeer eenvoudig van hout en golfplaat. Aan het eind stopten we bij een hacienda waar een vrouw en haar vier dochters een koffiefabriek runnen. We werden hier gastvrij ontvangen met gebakken bananen, custard, koekjes, toffees, limonade en natuurlijk koffie van eigen grond. Deze konden we natuurlijk ook kopen, dus namen we een zak mee voor Laura die dit aan het verzamelen was. Nadat we hiervan hadden genoten kregen we een korte rondleiding over het terrein; ze wonen hier erg goed met maar liefst twee zwembaden in de achtertuin, en natuurlijk de fabriek. Hier werd stap voor stap uitgelegd hoe dit proces werkt. Dit ging een beetje erg langzaam omdat de gids het eerst van de fabrieksmedewerker hoorde en daarna moest vertalen en we er vervolgens weinig van hoorde vanwege de machines die aan stonden. Gelukkig was het wel in het engels, ze krijgen hier namelijk tweetalig onderwijs. Er werd ons verteld dat de plantage zo groot was dat naast de lokale bevolking er soms tot 350 mensen uit Guatemala (20 km afstand) werden gehaald om hier te komen werken. Dit was ook eigenlijk niet echt wat we er van hadden verwacht. Na een uur reden we een stukje terug tot we de weg verlieten en over een weg met nog meer gaten en gewoon dwars door riviertjes heen (stroompjes kon je dit niet meer noemen) tot de hoogte dat zelfs de carrosserie onder water zat. Zelfs de normale lijnbus kwamen we hier ook tegen. Na tien minuten mochten we weer uitstappen en maakten we in hoog tempo een korte wandeling door de jungle, waaronder met touwbruggen over het riviertje tot we bij een waterval aankwamen. Zo heel groot was deze niet maar de omgeving was wel mooi. Natuurlijk kon ik het niet laten om naar boven te klimmen, terwijl de rest alweer terug liep langs een paar koffieplanten naar de auto's. Helaas begon het nu ook zachtjes te regenen, dus gingen we vlug door naar de volgende stop bij de warmwaterbronnen waar de meesten voor kwamen. Het was echter al donker geworden en de twee baden zagen er niet echt aantrekkelijk uit en de helft zag het niet zitten dus hadden we een half uurtje / drie kwartier om te zwemmen. Josefine en ik gingen direct op zoek naar een kleedruimte om in het riviertje bij de waterval te gaan zwemmen. Dit zag er een stuk schoner uit en het stoom zag je van de waterval af komen. Na een klimtocht naar de rivier en vervolgens de rivier door (was stiekem nog best glad). Dichtbij de waterval konden we echter niet komen; het water was echt zo heet dat je direct rood kleurde. Na wat gebadder zagen we een poeltje waar twee locals zaten, dus zijn we daar ook heen geklommen. Hier kon je lekker zitten en genieten van het warme water dat gemengd werd met het koude rivierwater. Toen we zaten kwamen er ook een aantal mannen aan geklauterd. De vrouwen hielden het meer bij pootje baden. Je had het echter al snel gezien nu het donker was. Best jammer want het had best leuk kunnen zijn, als we meer tijd hadden gehad. Tegen zeven uur vertrokken we weer naar Copan. Het was ondertussen best donker en mistig, zodat de chauffeur continu uit het raam hing om te kijken waar hij reed. Het was door de regen ook modderig geworden waardoor de wagen voor ons was gaan slippen. Nu moesten wij natuurlijk ook stoppen en hadden we hetzelfde probleem dat we niet meer weg kwamen. Gelukkig lukte het toch na een aantal pogingen en een stukje achteruit rijden. Vlak voor het dorp was er echter een politiecontrole en moesten we uitstappen, toen de eersten waren uitgestapt en ze zagen dat we toeristen waren was het gelukkig goed.
We werden netjes voor het hotel afgezet, waar we afspraken over tien minuutjes te verzamelen om gezamenlijk te gaan eten. Laura zag er gelukkig een stuk beter uit en zou wat later ook komen. Er was namelijk salsa avond bij Via Via; het was hier vrij druk dus moesten we even wachten op het eten. Dus had Marcel de instructeur er bij gehaald dat ik wel wou dansen. Die begon simpel met de basisstapjes maar liet me al snel wat draaien maken. Dit zag er voor de rest erg makkelijk uit dus toen mijn eten was gearriveerd kon hij beginnen met een les aan meerdere geintresseerden. Na het eten sloot ik me hierbij aan en leerde ik de rechtse draai op weer een andere manier maken, hopen dat ik straks in Nederland de 'normale' draai nog weet. Na de salsa werd er merengue gedraaid, wat een stuk makkelijker is en ik ondanks de enkele les vrij aardig mee kon doen en ook de andere meisjes kon helpen met tips. Ik weet nu in ieder geval hoe het er niet uit moet zien... Laura kwam ook nog gezellig buurten en we verschoven van buiten naar de bar. Hier zat ik naast een Amerikaan met wie ik even heb gekletst en onder andere wat belgische biertjes heb geadviseerd. Hij begon met de leffe maar dronk het in hetzelfde tempo als wat hij gewend was, terwijl dit alcoholpercentage twee keer zo hoog ligt, waardoor ze erg hard aankwamen. Tegen elf uur had Josefine genoeg van het dansen (ze stonden voor haar in de rij) en liepen we met Andre naar het hotel. We moesten tenslotte nog de tassen inpakken en ik wou ook nog mijn haren wassen zodat het niet meer naar zwavel rook. Precies om twaalf uur lag ik in bed, dus had ik precies zes uurtjes om te slapen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley