25
Door: Linda
Blijf op de hoogte en volg Mama
22 Februari 2010 | Belize, Caye Caulker
Gelukkig was gisteravond alles al ingepakt (evenals een extra tas voor alle souvenirs van Laura en mij), dus ging de wekker 'pas' om half vijf. En dat noemt men vakantie. Nadat alles was opgeladen gingen we op weg naar de grens, dit zou twee uurtjes rijden zijn. Veel zag je niet omdat het nog donker was en heel erg mistig, maar de meesten gingen toch slapen, wat best makkelijk gaat na twee nachten kort geslapen te hebben. Het eerste deel was nog over asfalt, maar het tweede deel was onverhard en dus lekker hobbelig.
Vlak voor de grens hadden we een korte pauze om onder andere geld te wisselen. Waarna het nog vijf minuutjes rijden was; Ellen had hier voor iedereen een stempel gehaald dat we Guatemala uit mochten. Daarna moesten we lopend naar niemandsland, en werd de bus gedesinfecteerd. Hier werd de bagage afgeladen en moesten we alles individueel meeslepen door de grens naar Belize. We werden hier netjes welkom geheten in het engels, wat hier de voertaal is. Dat wordt wel even wennen na al dat spaans. Hier kregen we weer een mooie stempel en hoefde ik gelukkig niet de tassen te openen. En zodoende bereikte ik mijn doel om 25 landen te bezoeken voor mijn 25e. Volgend doel; de zeven wereld wonderen zien; nog vijf te gaan. Nadat we allemaal de grens gepasseerd hadden, was het wachten op de bus die natuurlijk weer volgeladen moest worden. Gelukkig kreeg de chauffeur hulp van twee Belizeanen waardoor het wat sneller ging. En we na een uur verder op pad konden, het was ondertussen half negen en voor je gevoel heb je er al een flinke dag opzitten, terwijl het nog vij vroeg is. Het was vanaf hier maar drie uur rijen naar Belize City, in Nederland is dat een flinke afstand, maar hier een korte rit.
De zon scheen hier gelukkig in tegenstelling tot de weersvoorspellingen. De cultuur was hier ook anders; er wonen hier over het algemeen creolen en garifauna's. Het land is hier vrij plat en groen en oveal ze je houten huisjes staan in vrolijke tinten. Een orkaan zou hier een hoop schade aan kunnen richten. Toen we in Belize City (een houten dorp met slechts 6000 inwoners) aankwamen was het even zoeken naar de atm, zowel de buschauffeur als Ellen waren hier namelijk nog nooit geweest, eenmaal gevonden bleek dat alleen visacards geaccepteerd werden. Buiten de bus werd snel duidelijk dat je je in de carribean bevond, de temperatuur was flink gestegen en de zon was lekker fel. Vlakbij was het busstation waar Ellen probeerde buskaartjes te halen voor overmorgen, die ze echter alleen bij de bootterminal kon halen (klinkt logisch toch?). Dit was even puzzelen vanwege het eenrichtingsverkeer, en vervolgens een bus waar de chauffeur niet overheen durfde. Maar iets voor half twaalf waren we er en konden we afladen, afscheid nemen van de chauffeur en even bijkomen. Hier meteen een onderwatercamera gekocht, omdat voor de kust het op twee na grootste barriere rif ligt ter wereld. Nu is wildwater snorkelen niet echt mijn ding, maarja als je er toch bent en niets anders te doen hebt dan gaan liggen bakken...
Tegen twaalf uur mochten we aan boord en zaten we met een paar buiten op de achtersteven; dit was echt heerlijk met de zon achter je, de harde wind waardoor je de zon niet voelde branden en af en toe wat verfrissende waterspetters van opzij. Het tochtje duurde helaas maar drie kwartier maar was heerlijk. Het water werd steeds turkooizer en we passeerden allerlei palmboomeilandjes. Dit was echt heel mooi om te zien, zelfs als je er niets mee hebt.
We legden aan op de steiger aan de oostkust van het eiland en zaten meteen aan de hoofdstraat (een zandpad langs het water met voornamelijk hotels en wen paar restaurantjes en winkeltjes), het vervoer ging hier lopend of per golfkarretje, er waren zelfs een paar auto's op het eiland. Hier zat ook het hotel, waar wij de komende twee nachten zouden slapen. Iedereen dropte de bagage in de kamer en stond nog geen vijf minuten later buiten in zwemkleding. We liepen naar de noordzijde (het eiland is in totaal 3,5 km lang en op zijn breedst 600 meter; erg klein dus) wat bekend staat als de split door orkaan Mitch die hier in 2006 het eiland in tweeen heeft gespleten. Het andere eiland San Pedro is ook wel bekend als La Isla Bonita van Madonna. Bij de split was het enige strandje van het eiland en lagen veel mensen van de zon te genieten. We (Laura en ik) hebben hier een plekje gezocht en later kwamen Josefine en anderen er ook nog bijzitten. Omdat ik net was gevallen en mijn knie flink geschaafd was durfde ik niet zo ver het zoute water in omdat dat lekker bijt. In plaats daarvan ben ik lekker in de zon verder gaan lezen; ik zit pas op een derde en het einde van de vakantie is al in zicht... Nog wel even met Ellen, Marcel en Andre wezen lunchen waarbij mijn hamburger eerder klaar was en werd gebracht terwijl de anderen eerder hadden besteld en het moesten komen halen. Natuurlijk kon ik het niet laten iets van de vis te proberen.
Tegen vijf uur verzamelden we bij het hotel voor informatie over de snorkeltrip van morgen. Aangezien bijna iedereen voor de hele dag ging, koos ik daar ook voor; verbranden (lees van de zon genieten) kan je tenslotte ook op een boot en daar wordt je niet continu lastig gevallen door eilandbewoners. Of zoals Laura later op de avond terecht opmerkte; zelfs de toeristen kennen hier de lokals. Later liepen we terug naar de split voor de zonsondergang die helaas verhinderd werd door de lage bewolking. Het was hier ondertussen vrij druk en veel mensen waren flink aangeschoten. De rest deed er vrij lang over dus gingen Laura en ik nog even op pad voor een onderwatercamera (doe hier twee keer zo duur bleken te zijn) en een badhanddoek voor mij. Diegene die ik had meegenomen had ik namelijk ergens weggegooid. Daarna gingen we ergens zitten waar ze buiten beweerden kreeft te hebben terwijl eenmaal binnen bleek dat het daarvoor geen seizoen is. Dus zijn we op zoek gegaan naar een ander restaurant waar een deel van de groep ook zat. Veel restaurantjes zijn namelijk nog gesloten omdat het nog geen hoogseizoen is. Omdat er geen plek meer was gingen we aan een eigen tafeltje zitten en ook hier werden we eerder bediend dan de groep terwijl zij er veel eerder waren. Na het eten was het nog even pinnen, de mensen zien je hier namelijk als wandelende portemonnaies en gedragen ook daar naar, waardoor het een relatief duur eiland is, maar nog altijd goedkoper dan de USA of Europa. Of ze zien je als een avontuurtje en wordt continu aangesproken. Het eiland leek vij aankomst zo relaxed maar na een halve dag heb je het er wel gehad, voornamelijk vanwege de mensen en het feit dat er niets te doen is, het eiland zelf is echter precies wat je van een caribisch eilandje verwacht.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley