Krk-eiland
Door: Linda
Blijf op de hoogte en volg Mama
30 April 2009 | Kroatië, Njivice
Vanochtend konden we weer uitslapen, aangezien we pas om half tien vertrokken. Toen we echter om half negen in de ontbijtzaal kwamen waren er nergens meer gedekte tafels en de helft was er niet meer.
Om half tien vertrokken we met de nederlandssprekende gids Nevin. Volgens het roulatiesysteem zouden we nu op de een na achterste rij zitten, echter deed de achterste rij niet mee dus gingen we hier zitten en hadden we alle ruimte. Hij vertelde ons over het eiland en dat de naam een afgeleide was van de romeinse. Als eerste verlieten we Njivice wat een van de badplaatsen was vanwege het strand, veel mensen uit Rijeka en Zagreb hadden hier een zomerhuisje. Wat meer landinwaarts lag de rest van het dorp dat gebouwd was voor de Amerikaanse ingenieurs voor de olieraffinaderij. We reden dwars door de bossen langs de stad Malinska, ook een badplaats maar net iets groter dan Njivice. Ook reden we langs de rotonde, die hier de laatste tijd steeds meer gebouwd worden.
Krkstad is de grootste stad van dit eiland en telt 20.000 bewoners. Vroeger lag hier de romeinse nederzetting Curicum, waar ook de naam van het eiland vandaan komt. We stopten om tien uur bij het busstation vanwaar we met de groep over de boulevard en langs de haven naar het oude deel van de stad liepen. We zouden hier eerst een half uur met de groep op pad gaan en vervolgens een uur vrij waren. Terwijl de rest wachten op de sanitaire stop maakten w ons los van de groep. De belangrijkste stop was de kathedraal. Om hier te komen moesten we via allerlei smalle straatjes lopen en door de stadspoort. Dit was niet meer dan een doorgang in de muur met een afbeelding van de heilige Quirinus, beschermheilige van dit stadje. In de kathedraal was een kapel met de graven van de Frankopanen, een invloedrijke familie die ook twee pauzen heeft geleverd. Er waren ook drie hele oude preekstoelen, een van hout en twee marmeren en een schitterend renessaince orgel. Ook het plafond was erg mooi beschilderd. In de kapel rechts was een eenvoudige schilderij van de Heilige familie met een erg menselijke Jozef op de voorgrond. Tegenover de kathedraal was de ingang van de Quirinuskerk met tentoonstelling, deze was echter gesloten. Aan de zijkant van de kerk stond het bisschoppelijk paleis met een mooie roze kleur. Dit bisdom bestaat al sinds de 7e eeuw. Ook stond hier een van oorsprong Venetiaans kasteel uit de 12e eeuw met uitzicht op de zee. Vroeger diende dit als verdediging van de stad en de vierkante toren als rechtzaal. Ook hier hing het bekende kruis van de Frankopanen met glagolitische tekens. Volgens de kaart was hier nog een kerk, dit was meer een kapel met daarnaast de resten van wat oude huisjes uit de renessaince van een adelijke familie en een waterput uit 1696. Vanaf hier kon je naar het strand lopen door de oostpoort met mooi uitzicht op de stadsmuur. We moesten weer een stukje terug voor het Jozefpad, de oudste straat van het dorp bergopwaarts. Want in het noorden van de stad waren nog best een aantal bezienswaardigheden
Waaronder een oude kerk dat gewijd was aan Maria en verder weinig info had. Een Franciscanenklooster met gothische kerk uit de 13e eeuw, welke helaas gesloten was. De klokkentoren stamt uit de 18e eeuw. Voor de vrouwen was er een Benedictijnessenklooster met een mooie barokke kerk. Vroeger was dit de Onze Lieve Vrouw der Engelen uit de 14e eeuw. In de zijkapel was een fototentoonstelling, hier zat echter een non dus zijn we er niet naar binnen gegaan. De klokkentoren staat binnen de kloostermuren. Dit plein werd ook wel het kleine Vaticaan genoemd, ook omdat dit altijd al een heilige plek is geweest. Gelukkig konden we nu weer naar beneden, waarbij we langs een Annakapel (een van de twee overgebleven gebruikte kapellen) liepen en een blind steegje. Tot slot kwamen we bij de Mala Vrana (grote plein) waar we de rest van de groep tegen kwamen. Ze vertelden ons dat we in plaats van tot half twaalf een uur langer hadden. Hier was ook een waterput uit de 16e eeuw die mooi versierd was. Aan de andere kant was een klokkentoren uit de 16e eeuw. Deze was onderdeel van het oudste deel van de stadsmuren uit de 4e eeuw. Onder het plein was er een archeologische opgraving, er hing hier ook bord voor een romeins mozaiek van Triton, in wat vroeger thermen waren geweest. Dit was echter in een cafe waar je ook nog voor moest betalen terwijl hij half was afgebroken. Ook hebben we nog geprobeerd de St. Quirinuskerk binnen te gaan, maar die nog stee gesloten. Wel was er onder de klokkentoren een deur naar een gewele zaal waar een aanbidding plaats vond. Hier ben ik dan ook even bij gaan zitten. Omdat morgen een feestdag is en alles dicht is moesten we nu toch op souvenirjacht, dit was maar ten dele gelukt. Vlak voor twaalf waren we terug waar ik het voorbeeld volgde en een hotdog ging halen omdat het nog even zou duren voor we zouden lunchen.
Het volgende stuk was naar Punat waar we als eerste langs een naturistenstrand kwamen, of in het Kroatisch FKK (Frans Komt Kijken). Al snel waren we bij de Punatbaai, waar je in het midden het eiland Kosljun goed kon zien liggen. In het water lag ook een waterskibaan die net een week geopend was. Hier was ook een kapel in vroeg-kroatische bouwstijl uit de 9e eeuw die de oudste kerk van Kroatie. De kerk had een zeer bijzondere vorm. Punat was van oorspro een romeinse stad vernoemd naar de brug die de baai vroeger afsloot. Dit is dan ook een van de mooiste en beschermdste baaien voor de Dalmatische kust. Daarom ook dat hier de grootste haven ligt van de Dalmatische Zee, met meer dan 14.000 jachten. Voornamelijk van Slovenen, Italianen en ook Oostblokkers die hier in de zomer komen naar hun zomerhuis en jacht. De bootjes waren echter vrij klein. Wat meer heuvelopwaarts was de fabriek die olijven perste van lokale boeren.
In Punat miezerde het en moesten we om half een, halverwege de boulevard uistappen. Vanaf hier liepen we door een bloemenparkje naar een kleine haven vanwaar we een boot hadden naar het eiland. De kapitein van de boot was katholiek en had een rozenkrans hangen. Dit tochtje duurde ongeveer een kwartier en was weinig bijzonder. Dit eiland is 6 hectare groot bijzonder omdat hier een Franciscanenklooster staat. De rest van het eiland is bos met veel eiken, olijf- en laurierbomen. Op dit moment wonen hier nog zes Franciscanen, waarvan twee van onze leeftijd. Dit kwam onder andere door de oorlog en het feit dat het levensonderhoud hier zo duur is, dat veel jongeren uit arme gezinnen een religieus leven zijn gaan leiden. Vroeger woonden hier Benedictijnen, maar die waren weggejaagd door de Frankopanen omdat ze teveel geld hadden. Bij de aanlegsteiger lag een bootje Sv. (heilige) Antonius en een beeld van Franciscus met een wolf. Het dier waar hij vaak wordt afgebeeld vanwege zijn liefde voor de medemens en dieren. Het verhaal gaat dat hij zelf ook op dit eiland is geweest. We liepen met de groep mee langs de eerste geboortekapel, hier stond een drietal beelden die door de Franciscanen met de hand was gemaakt in 1651 die een wedstrijd had gewonnen in Venetie als mooiste kerststal. Boven de entree van het klooster hing een wapenafbeelding en in het glagolitisch de tekst Vrede en Welbehagen. Het glagolitisch is een schrift dat op het eiland Krk was ontwikkeld door twee monniken. Vervolgens kwam je in een kruisgang met functionerende waterput en weer een kopie van de steen van Baska. Een dorp die hier 20 km vandaan lag. In de kerk was een schitterend olieverfschilderij boven het altaar en een paar hele mooie schilderijen. Vervolgens gingen we naar de kerk St. Bernardinus (van Sienna), tegenwoordig museum met sacrale kunst, hier hingen nog een paar schilderijen, religieus vaatwerk en een houten kruis uit de 12e eeuw. Voorin hing ook een houten drieluik uit de 15e eeuw met St. Bernardinus, Johannes de Doper en Johannes de evangelist. De rest ging verder naar het Etnografisch museum maar wijmochten met nog een paar anderen naar de kruisweg. Deze lag een 30m diep in het bos en was vrij modern (begin 20e eeuw). Hier waren ook de kapel van net Heilige Kruis met een mooie Jezusafbeelding en de Kapel van de dood van Franciscus. We zijn zelf ook nog even in het tweedemuseum geweest met onder andere miniatuurschepen, klederdracht, traditionele keuken, een paar opgezette vlinders en slang en een aantal oude boekwerken en atlassen. In het souvenirwinkeltje zat een monnik achter de toonbank.
Na de terugtocht en een reis dwars over het eiland naar het noorden gingen we naar Vrbnik. Hier waren we rond een uur, we kwamen binnen via de wijnvelden van de stad. Vervolgens werd de bus beneden geparkeerd en gingen we via allerlei steegjes omhoog naar de stad die lag op een klif 50m boven zeeniveau. Je had dan ok een mooi uitzicht op de stad met in het midden de Mariakerk en klokkentoren uit de 15e eeuw. Hier gingen we wijnproeven in een konoba (traditionele wijnkelder), we werden verwelkomd met een drietal schnapps (tussen de 35% en 45%), vervolgens een kort filmpje hoe de wijn gemaakt werd en vervolgens gingen we aan tafel waar we Prsut (dalmatische ham) en Sir (geitenkaas) kregen met brood als lunch en er drie soorten wijn op tafel stonden. Een witte Zlahtina, een rode Brajda en de dessertwijn Prosek. Waarvan ik de rode het meest kon waarderen en ook al snel die kleur aannam.
Buiten was er een mooi uitzicht op het vasteland met wolkenkolommen en windmolens. Ook lagen hier de steden waar we morgen heen zouden gaan. Op de terugweg naar de bus kregen wenog een korte rondleiding door het stadje, onder andere door een 40cm breed straatje, een uitzichtspunt op de rotsen en de St. Martinkerk (beschermheilige van wijnbrouwers) waar we langs liepen en ik vlug even binnen keek. De gotische Ivankapel bij het kerkhof was echter gesloten. Terug bij de bus had de chauffeur als verrassing een tweetal flessen oranjebitter meegenomen, omdat het koninginnedag was. Hij vertelde ook dat hij had gehoord van het `ongeluk` in Apeldoorn met dodelijke afloop. Vanaf hier was het nog bijna drie kwartier door allerlei dorpjes, waaronder het dorpje Kras waar we even stil stonden voor een fotomoment.
Net na vijf uur waren we terug bij het hotel waar we een deel van de tas hebben geleegd om vrijwel direct door te gaan naar de supermarkt voor de laatste inkopen, aangezien morgen alles dicht is. Het eten was dit keer weer erg goed met oa tagliatella, schnitzeltjes en verse appels. De rode wijn hier was echter veel minder dan die in Vrbnik. Na het eten hebben we heerlijk gelezen en tv gekeken op de hotelkamer.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley