Evora
Door: Linda
Blijf op de hoogte en volg Mama
24 Februari 2009 | Portugal, Évora
De bus was een enorm luxe soort touringcar bus met veel beenruimte en comfort, er was zelfs een mannen en een vrouwen toilet aanwezig. Nadat de bus vertrok en er slechts een handjevol passagiers aan boord waren (waarvan de helft een willekeurige plek had uitgezocht) gingen we allebei aan het raam zitten zodat we goed van de omgeving konden genieten. Bij het verlaten van de stad kwamen we eerst onder de Aqueduto das Aguas Livres in het Alcantaradal, een vrij nieuw aquaduct dat in de 18e eeuw werd gebouwd en tot 1967 dienst heeft gedaan. Een van de bogen waar wij doorheen reden staat zelfs genoemd in het Guiness Book of Records vanwege de hoogste stenen boog. Daarna kwamen we over de eerder genoemde Ponte de 25 Abril, gebouwd in 1962 onder Amerikaanse leiding naar voorbeeld van de Golden Gate Brug in San Francisco. Vanaf deze tolbrug had je een goed uitzicht op de stad, Bélem en het Cristus Rei beeld, waar de snelweg vlak langs gaat. Aan de andere kant van de oever kwamen we nog door een paar dorpjes, met onder andere de Makro en Ikea waarna we terecht kwamen in het platteland. Dit stuk snelweg was ook een tolweg, maar zeer goed onderhouden, het eerste stuk was de A2, en vanaf Marateca de A6. We kwamen langs zeer veel olijf- en wijngaarden. Ook was het hier minder bergachtig en meer heuveliger. Opvallend was dat de noordkant van de heuvels overwegend groen waren, en de zonkant vrij droog en zanderig. We hebben allebei heel erg genoten van het landschap en zaten met het fototoestel aan het raam gekluisterd. Na ongeveer een uur van deze rit genoten te hebben hadden we een afslag van de snelweg naar het stadje Montemor-o-Nevo, waar er nog een paar passagiers in de bus stapten. Hier was een enorme begrafenisstoet die op weg was naar de begraafplaats tegenover de terminal. Omdat de stoelen vrij hoog waren kon je over de muren de begraafplaats opkijken. Ze hadden hier zowel ‘gewone’ platte graven als complete bouwwerken, inclusief gordijntjes voor hele families. Opvallend was dat er vrijwel geen grafzerken waren, maar voornamelijk beelden van Maria en andere heiligen. Het laatste half uurtje ging over, met in Nederland vergelijkbare, provinciale weg N114 naar Evora, hoofdstad van de streek Alentejo. Hier waren opvallend veel picknickplaatsen inclusief complete speeltuinen langs de weg en wegwijzers die naar diverse stenen monumenten leidde. Hier kon je in de busterminal een plattegrond krijgen van het stadje (al moest Sophie wel even opzoeken in het woordenboek wat plattegrond was, (plante) omdat de man geen Engels verstond).
Nadat we op de plattegrond hadden uitgevogeld waar we ons bevonden gingen we op weg naar het oude stadje, waarvan de stadsmuren nog volledig intact waren. Daarna liepen we langs het Musee d’Evora naar het Praca de Giraldo. Aan de kop van dit plein staat de Igreja de Santo Antao. Zoals verwacht waren op dit grote dorpsplein een aantal cafe’s, maar omdat ze vrij prijzig waren gingen we eerst wat verder lopen op zoek naar een wat goedkopere oplossing voor onze lunch. Het was opvallend dat we vrij weinig toeristen tegenkwamen, terwijl dit toch een van de beroemdste plekken van Portugal was. We vroegen ons af of dit iets te maken kon hebben met het feit dat dit de laatste carnavalsdag was, maar ook hier vonden we niets van. Uiteindelijk kwamen we na een paar straatjes door te hebben gelopen met resten van het oude aquaduct waarvan de bogen nog zichtbaar waren in de gevels, en de Igreja S. Tiago bij de Praca de Sertorio. Hier was een coffieshop (Cap Joe) open, met een goed uitziende kaart. Helaas was een groot gedeelte van de lunch gerechten op de kaart niet mogelijk, dus gingen we voor een ‘simpele’ tosti. Echter de helft van deze tosti’s waren al groter dan een ‘normale’ tosti en de Hawaiiversie waren goed gevuld met kaas, ananas, kip en champignons. Ook de thee was erg lekker en de Italiaanse cappuccino was net zoals in Rome een hoop schuim en een klein beetje hele sterke espresso.
Vervolgens begonnen we aan onze rondwandeling door het stadje Evora, waarbij we begonnen bij het begin van de aquaduct in de stad. Op weg hierheen kwamen we nog langs een theater. We volgden een klein stukje van het aquaduct, tot er een aantal open bogen waren (waarvan je er bij een, maar net onderdoor kon komen) naar het Largo do Chao das Covas. Op de bankjes op dit plein zaten een hoop oude mannen (een per bank), inclusief stok en een drietal vrouwen op een ander bankje. Na het vervolg door de smalle straatjes, waar net een auto doorheen kon rijden, maar wel Hummers voor de deur stonden en nog tweetal kerken, waarvan de S. Mamede erg mooi was vormgegeven, kwamen we bij het plein waar een aantal hoogtepunten van onze reis hierheen zich bevonden. Hier waren duidelijk meer toeristen aanwezig, maar lang niet zoveel als in Lissabon of Sintra. Zo stond hier de ruïne van de oude tempel die aan de godin Diana was gewijd, het Palacio Cadaval (met kerk) en de kathedraal Se. We kochten eerst kaartjes om de kerk in te mogen, deze was vrij klein maar mooi bedekt met allerlei azulejo’s. Verder was er een kleine sacristie, maar de kerk op zich was niet veel bijzonders. Omdat het een combinatiekaartje was gingen we daarna naar het Museu do Palacio Cadaval, maar ook hier vonden we weinig aan. Er waren een aantal oude documenten, waarvan een brief uit 1410, bisschoppelijke gewaden en ringen. Het mooiste was nog de torenkamer, vanwege het uitzicht op het Forte de Santo Antonio.
Vervolgens bezochten we de vroeggotische kathedraal uit de 12e / 13e eeuw, waar we wederom kaartjes moesten kopen. Je kon kiezen uit de kerk, klooster (14e eeuw) en museum. Wij kregen studentenkorting en gingen voor de laatste volledige combinatie. De route hiervoor was eerst het museum waarvoor we de trappen op moesten van de torens naar de sacristie, hier hingen een paar oude schilderijen uit de kerk die duidelijk vochtig waren geworden en een heel mooi 13e-eeuws ivoren Mariabeeld dat opengeklapt een aantal voorstellingen afbeelden en een 17e-eeuws reliekkruis dat op een ronddraaiend plateau werd tentoongesteld. Daarna gingen we verder naar het klooster dat bestond uit een kruisgang, waarvan ieder raam een ander venster had en je via een hele smalle wenteltrap het terras op kon lopen. Vanaf hier had je een uitzicht over een deel van de stad. Je kon hier ook heel goed de bijzondere toren van het voorste deel van de kerk zien. Tot slot bezochten we de kathedraal zelf, met een orgel dat de oudste van Europa scheen te zijn, een aantal graven, een mooie doopkapel, engelbeeld en een heel mooi Mariabeeld dat meteen opviel toen we binnen waren. Het Museu d’Evora naast de kathedraal was helaas gesloten wegens renovatie en waarvan gezegd wordt dat in het oudste gedeelte Vasco de Gama heeft gewoond. Dit was het vroegere aartsbisschoppelijke paleis geweest.
Vanaf hier liepen we verder naar het zuiden, langs resten van de oudere moorse stadsmuren en langs de zijweg de oude Colegio do Espirito Santo. Dat vroeger in handen was geweest van de Jezuïeten, tot hun na de inquisitie de toegang tot het land werd ontzegd en de universiteit werd opgeheven tot deze in 1979 werd heropend. In de verte kon je ook nog een ander kasteel zien, echter hadden we al genoeg kastelen gezien dus liepen we verder naar de Igreja de Graca. Deze kerk was echter gesloten, ernaast lag het voormalige klooster dat volgens de reisgids nu privé bezit was. Als blonde toeristen besloten we toch de stoute schoenen aan te trekken om te kijken of we naar binnen mochten. Er werd ons echter in het Frans uitgelegd dat dit nu een hotel voor militairen was. Dus liepen we door naar het laatste hoogtepunt van Evora, namelijk de Igreja de San Francisco. Het middenschip van deze kerk was vrij simpel, maar de zijkapellen waren bijzonder mooi. Zo was hier het mooiste Fatimabeeld wat we die week hadden gezien, en ook een hele mooie lichtblauwe en wit / gouden Mariakapel, voorin was er een Mariabeeld aangekleed in een wit kleed met goud en roze rozen. De achterste kapel aan de rechterkant was gewijd aan Johannes de Doper, met op de achtergrond een schilderij en op de voorgrond twee beelden van Johannes de Doper en Jezus die gedoopt werd. Rechts voorin was er een sacristie met dagkapel waar je kon bidden. Hier stond een zelfde beeld van Jezus die het kruis droeg met paars gewaad als dat we al een paar keer eerder waren tegengekomen. Ook kon je hier een intentie opschrijven en in een glazen bak doen, zodat de kloosterlingen dit konden meenemen in hun gebed. Naast de kerk was er de Capello dos Ossos, in een voorhal was er een kruisweg in azulejo’s weergegeven. Hier kon je twee soorten kaartjes kopen; een voor de toegang en een ander om foto’s te mogen maken. Daar heeft Sophie toen gebruik van gemaakt en mooie foto’s van gemaakt. Ook was er een kapel waar je halverwege doorheen kon lopen en de heilige graal op de muur was geschilderd. Daarna betraden we de kapel zelf met muren en zuilen die bedekt waren met botten van ruim 5000 mensen. Hier hadden de franciscanen vroeger iedere dag gebeden. Tegenover de ingang van de kapel lag een boek met de tekst “Beenderen wachten hier op jouw beenderen”.
Tot slot liepen we naar het Jardim Publico met het Palacio D. Manuel. Dit was een goed verzorgd park met fontein, vijvertjes, een aantal kiosken en een muziekkoepel. Je kon onder het paleis door lopen naar een andere tuin en vanaf daar met een trap naar beneden richting de kermis die je al van ver kon horen of verder door het park wandelen vlak langs de stadsmuur. In dit gedeelte van het park was er ook een theater en heel veel stelletjes die genoten van de romantische omgeving. Omdat we beiden het gevoel hadden Evora wel gezien te hebben en niet echt iets hadden gezien waar we konden dineren, probeerden we of het mogelijk was om de tijd voor de weg terug te vervroegen. Gelukkig kon dit, en daarom vertrokken we al om half zes in plaats van pas om negen uur. De bus nam dezelfde weg terug via Montemor-o-novo, over de snelweg waarbij we een aantal keer de zon onder zagen gaan na diverse heuvels. Vlak voor Lissabon sloegen we af voor een extra busstop in Almada, waardoor we nog dichter bij het Cristus Rei beeld kwamen. En kwamen we rond half acht aan bij Sete Rios. Vanaf hier namen we de metro naar Terreiro do Paco (Koninklijk plein) om weer bij hetzelfde Italiaanse restaurant te gaan eten. Dit keer werden we bijzonder vriendelijk ontvangen, aan ons tafeltje zat echter een Nederlands echtpaar dus kregen we een ander tafeltje dat verschoven werd zodat we allebei de voetbalwedstrijd op het scherm konden volgen. Het restaurant deed vanavond goede zaken met veel Duitsers die voetbal keken en veel bier dronken. Bij het toetje kregen we een andere kaart met ditmaal ook Indische nagerechten en andere prijzen, aangezien het Indisch restaurant bleek te zijn met Italiaanse kaart. Het eten van deze avond was nog beter dan daarvoor, dus hebben we ons buikje zo vol gegeten dat ik een deel niet meer op kon.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley