Mourario & Castelo & Chiado
Door: Linda
Blijf op de hoogte en volg Mama
22 Februari 2009 | Portugal, Lissabon
We kochten wederom kaartjes bij de metrohalte, en namen de metro naar Santa Apolonio, vanaf hier zouden we een bus moeten nemen. Maar we konden de juiste bushalte niet vinden (er waren drie zijdes van het station met meerdere bushaltes per zijde). Omdat het een klein stukje lopen was, echter via een steile helling, besloten we toch te lopen naar de kerk Santa Engracia. In deze kerk bevond zich ook het Nationaal Pantheon. Op het bord stond dat de kerk om tien uur open ging, dus hadden we nog een half uur om lekker in de zon te zitten en een boek te lezen (het was nu al lekker warm). Om tien uur bleek echter dat deze kerk geen dienst meer deed als kerk. Dus hebben we vlug de graftombes bekeken. Zo zagen we een tweede tombe van Vasco da Gama, er waren ook een paar zijkapellen met graven van koningen. En achterin de kerk bevond zich een mooi orgel. Het was mogelijk om met de trap naar boven te gaan om de koepel te bezichtigen, dit vonden we echter niet nodig. En er waren geen ramen naar buiten, dus gingen we lopend naar de Sao Vicente de Fora, die nog hoger lag. Volgens de dame die ons de tickets had gegeven, zou daar wel een mis zijn.
Kwart over tien waren we bij het klooster, toen bleek dat de kerk gesloten was wegens renovatie. Er was echter wel een poort open waar een man en vrouw voor stonden. We vroegen hun naar de weg voor de mis, maar werden naar de toeristenentree gewezen. Het duurde even voordat we duidelijk hadden gemaakt dat we voor de mis kwamen en werden door de vrouw tot de ingang van de kapel gebracht. Hier kwamen we binnen precies tussen de schriftlezing en de preek, waarvan vrij weinig te verstaan was. De kapel zelf zat vrij vol en de mis werd voorgegaan door twee priesters en een misdienaar. Op de voorste rij zaten een aantal vrouwen die als de gelegenheid daartoe leende een lied inzetten. Zo ook na afloop van de mis het Ave Maria, wat we gelukkig wel kenden. Na afloop van de mis hebben we kaartjes gekocht (was de eerste bezienswaardigheid waar ik niet gratis met studentenkaart binnen kwam) om het kloostergedeelte te bezoeken. Het eerste deel was een soort museum met religieuze voorwerpen waar we geen foto’s van mochten maken. De suppoost was echter wel zo vriendelijk om zonder dat het gevraagd was het raam te openen voor een foto van het uitzicht nadat we een paar ooh’s en aah’s hadden uitgesproken. Daarna gingen we naar de kruisgang, waarvan er twee achter elkaar lagen. Hier kwamen we weer bij de kapel, die nu leeg was en het voormalige refectorium dat nu dienst deed als pantheon. Waarvan bij een dubbelgraf waar aan de achterkant een beeld van een biddende vrouw was geplaatst. Vervolgens kon je met de trap naar boven voor een verzameling azulejo’s waar we vrij snel doorheen gewandeld zijn. Daarna liepen we via de sacristie terug naar voren waar we met een trap naar boven het terras op konden. De torens van de kerk waren helaas ook afgesloten. Voordat we verder gingen naar het kasteel hebben we hier nog even thee gedronken met wat lekkers.
Daarna was het een korte wandeling, eerst bergafwaarts en daarna weer heuvel op naar het Castelo de Sao Jorge. Binnen de muren was er een klein dorpje met smalle straatjes waar we eerst een rondje liepen. Vervolgens gingen we het kasteel zelf in. Na de herovering op de moren in 1147 werd het fort omgebouwd tot koninklijk paleis. Na de aardbeving bleef alleen de ruïne staan, tot in 1938 de middeleeuwse muren herbouwd werden en er een tuin aangelegd werd, een deel van deze tuinen zijn er nu nog, andere worden gerenoveerd. Ook vanuit het kasteel had je een mooi uitzicht op de stad. Je kon ook het kasteel in waarbij je met trappen omhoog kon voor een wandeling langs de kantelen. Daarna hebben we binnen de kasteelmuren geluncht in een restaurantje dat langs het drukste straatje lag en je alle toeristen zag langslopen, zonder dat ze jouw zagen.
Na het kasteel zijn we naar beneden gelopen naar de Miradouro de Luzia, hier was ook de tramhalte en omdat we de tram net hadden gemist gingen we hier even kijken. Er lag hier ook een openbaar zwembadje en je had uitzicht op de Taag. We hadden echter al mooiere uitzichten gezien. Het pleintje zelf was echter mooi ingericht met een overkapping.
We namen tram 28 richting de wijk Chiado waar we uitstapte bij een plein met drie kerken!!! Die echter alledrie gesloten waren. Dus liepen we door een winkelgebiedje met de duurdere winkels naar de Igreja de Carmo, dit is een van de ruines die er nog sinds de aardbeving staan. Helaas was het museum gesloten, dus konden we alleen de buitenkant zien. Ernaast lag een wandelpad dat naar de bovenkant van de Elevador de Santa Justa leidde. Toen we verder liepen naar de Igrejo de Sao Roque liepen we langs een casa met een mooie gevel en een theater, iedere wijk leek wel zijn eigen theater te hebben.
De Igrejo de Sao Roque leek van de buitenkant niet veel bijzonders maar was aan de binnenkant zeer groots ingericht met veel goud. En dat terwijl de jezuïeten die hier vroeger zaten het ‘simpel’ hadden gehouden met een middenschip zodat de aandacht bij de eucharistie was. Aan de zijkanten waren echter tien kapelletjes die stuk voor stuk de moeite waard waren. Er waren mooie schilderingen van Johannes de Doper, Mariabeelden, en een paar kapellen die zeer rijk belegd waren met goud. Achterin de kerk was er een klein maar zeer verfijnd orgel. Ook kon je doorlopen naar de sacristie met schilderijen en een Onze Lieve Vrouwe van de …beeld. Naast de kerk lag het Museo del Sacre Arte waar we als student gratis naar binnen konden. Waar we een verzameling barok zilver zagen en mooie religieuze schilderijen. In een gang wat vroeger de kruisgang was, stonden een aantal beelden van jezuïeten. Waaronder van H. Stanislas.
Tot slot liepen we door naar het Miradouro de Sao Pedro de Alcantara. Vanaf de westzijde van de stad was dit een van de weinige uitzichtpunten. Hier was ook een fontein en scouts die een spel aan het spelen waren. Ook was er een man die met een figuurzaagje euromunten en andere munten aan het uitzagen was. Op die manier kwamen de beeltenissen op de munten meer naar voren. Wij vroegen naar onze koningin en die kende hij wel, maar had hij thuis liggen. Ook bij dit Miradouro was er een azulejo waarop het uitzicht was getekend en was aangegeven wat je zag. Daarna namen we de Elevador da Gloria (een tram dat een korte, maar zeer steil stukje afdaalt) naar het hotel. Waar we op zoek gingen naar de politie, wat we de avond daarvoor hadden gezien bij het Tourist Info. Ernaast lag inderdaad een klein bureau waar we buiten uitlegden wat er aan de hand was en we meteen aan het bureau konden gaan zitten om aangifte te doen. Dit was verwonderlijk snel gedaan, in tegenstelling tot in Nederland. Naast ons zat een man waarvan ook de portemonnaie uit de tas was gestolen.
Zelfs na de aangifte was het nog vrij vroeg, dus vertrokken we weer met de metro van Restauradores naar Santa Apolonia waar we de bus namen naar het Convento de Madre Deus. Echter klopte er niet veel van de route aanduiding aan het begin (waar volgens we tien haltes moesten hebben), zodat we in het dorpje Madre Deus aankwamen. Een andere vriendelijke reiziger gebaarde ons dat we de bus die er tegenover stond moesten hebben. Na dit gecontroleerd te hebben bij de buschauffeur die aangaf dat we goed zaten, werd de eerst volgende passagier gevraagd waar het klooster was. Op zijn aanwijzingen stopten we vlak daarna uit en liepen we in de richting die hij ons aangaf. Hier was echter een andere kerk, dan dat we op zoek waren. Omdat hij open was gingen we natuurlijk wel even binnen kijken. Sophie maakte binnen flink wat foto’s van dit toch erg mooie kerkje en Linda sprak met een man die, ook al verstond hij geen Engels en ik geen Portugees ons de goede weg wees. We moesten nu echter haasten om nog voor sluitingstijd aan te komen. Hier gingen we eerst het Museo Nacional del Azulejo’s in voor de kruisgang. Echter bleek toen we binnen waren dat dit ook de entree was voor de kerk. Ook deze kerk was versierd met zeer veel goud. Ook waren er schilderijen uit het leven van Maria. Toen we de kerk gezien hadden werden we door de suppoost vriendelijk tot haast gemaand. Daarom lieten we zien waarvoor we waren gekomen en hielp hij ons om dit te vinden. Dit was onder andere een 16e eeuws altaarstuk Nossa Senhora da Vida, die we al bleken gezien te hebben. Een tweede kruisgang waar we op dat moment waren en een azulejo die afgebeeld stond in de reisgids. Ondanks de andere kleuren kon de suppoost van de eerste verdieping ons wel helpen. Daarna bracht ze via een privé rondleiding naar het koor van de kerk, zodat we deze van boven konden bekijken en naar de tweede verdieping waar een zeer lang en smal azulejo was met het panorama van Lissabon. Het was wel moeilijk om hier de diverse gebouwen op te herkennen. Daarna liepen we rustig terug naar beneden. Waarbij we nog foto’s konden maken bij een karton waar een vrouw op was geschilderd zodat het leek alsof je gezicht in een azulejo zat.
Daarna gingen we met de bus en metro terug naar de Rue dos Correeios waar we de avond ervoor een Italiaanse kaart hadden gezien met een uitgebreider aanbod van pizza’s en pasta’s. Toen we de kaart zagen waren we blij verrast dat hier tomatensoep opstond. En was het even zoeken uit de pizza’s en pasta’s. Het eten was echter van zeer goede kwaliteit en bijbehorende prijzen. Voor het ijs was er een nog grote keuze uit verschillende ijsjes. We waren nu al voornemens hier nog een keer terug te komen, als we niets anders vonden.
Na het eten controleerden we even de tijden voor de trein naar Queluz en gingen we terug naar het hotel.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley